Naar hoofdinhoud
10 december 2021

Inclusief en Onderwijs ? – je moet het gewoon doen

Passend onderwijs en inclusie verdienen aandacht. Christiaan Kwint zet zich daarvoor in: “Ik zie mezelf als breekijzer, als iemand die de barricaden op gaat.” Christiaan is vader van Kamil (12), een jongen met een meervoudige beperking, vader van Terra (18) en Ravi (17), man van Marieke en directeur van Stichting KanZ en Stichting Klas op Wielen. Op dinsdag 24 november was hij tafelheer bij het passend onderwijscafé over het thema: inclusie.

Bij dat passend onderwijscafé waren ouders, bestuurders, leerkrachten en zorgprofessionals aanwezig om met elkaar in gesprek te gaan en naar het verhaal van Christiaan, Marieke en Kamil te luisteren:
“We wilden voor onze zoon wat alle ouders voor hun kinderen willen: goed onderwijs en extra ondersteuning waar dat nodig is. In het geval van Kamil is dat intensieve zorg. Daarom hebben we in 2015 de KanZ-klas opgericht, een Samen-naar-School-klas, die onderdeel is van de reguliere Montessorischool in Heerhugowaard.”
 
Iedereen doet mee
Onze zoon en zijn zeven klasgenoten krijgen nu de zorg die ze nodig hebben en volgen onderwijs, vlakbij huis in hun eigen klas én met de leerlingen van het IKC Oudkarspel. Ze spelen samen buiten in de pauzes, doen mee aan de activiteiten van de school en volgen soms lesjes in de ‘gewone’ klas. Het doet iedereen goed: Kamil’s zelfvertrouwen groeit en hij ontwikkelt zich beter en sneller en voor de kinderen, ouders en leerkrachten is de KanZ-klas niet meer bijzonder, maar onderdeel geworden van school.
 
Inclusie en passend onderwijs
Voor mij betekent inclusie dat iedereen meedoet en erbij hoort. Passend onderwijs moet dat mogelijk maken voor alle kinderen: het schept de voorwaarden en zorgt dat er voldoende ondersteuning is, biedt ruimte voor rust en zoekt naar mogelijkheden. Of dat nu op school of thuis gebeurt. Iedereen wordt er beter van als onderwijs inclusief is en meer op maat gegeven wordt.
 
Betrokken en bevlogen
De aanwezigen bij het passend onderwijscafé waren betrokken en bevlogen om inclusief onderwijs mogelijk te maken. De gedachte ‘we moeten kinderen met een beperking vooral buiten de samenleving stoppen en in aparte scholen les geven’, is duidelijk een gepasseerd station. Het is fijn om te voelen dat ik daarin niet alleen sta en dat er veel bereidheid is om samen op te trekken.

We hebben nog een lange weg te gaan, maar ondertussen doen we mooie dingen. De grootste uitdaging is nu ervoor te zorgen dat de kinderen uit de KanZ-klas zich ook op het voortgezet onderwijs verder kunnen ontwikkelen. De kinderen uit de Klas op Wielen in Alkmaar doen dat nu al met praktijkonderwijs in samenwerking met het Clusius College. Vooral het werken met dieren is enorm populair.
 
Experimenteren in systemen
De verbeteraanpak passend onderwijs in de Tweede Kamer is een mooi begin om onderwijs inclusiever te maken. De experimenteerruimte die Slob aan nieuwe initiatieven biedt, is keihard nodig. Onlangs heeft de Tweede Kamer unaniem een motie van Lisa Westerveld en Peter Kwint gesteund, om direct werk te maken van de ondersteuning van de Samen-naar-Schoolklassen via experimenteerbepalingen met voldoende innovatie- en onderwijsgelden.

Momenteel is de KanZ-klas de enige Samen-naar-Schoolklas in Nederland waarin we zorg- én onderwijsbudgetten kunnen inzetten. Dat komt door de unieke samenwerking met het samenwerkingsverband en het schoolbestuur: de KanZ-klas is formeel erkend binnen het onderwijssysteem en alle leerlingen zijn leerplichtig. Dit betekent tegelijkertijd dat er 47 Samen-naar-Schoolklassen zijn waarin onderwijs wordt gefinancierd vanuit zorgbudgetten. Simpelweg omdat de twee systemen – zorg en onderwijs dus – niet goed op elkaar aansluiten.
 
Aan tafel
Het allerliefst zou ik om tafel willen met politieke bestuurders. Ik ben goed in staat te vertellen waarom inclusief onderwijs zo belangrijk is en wat er nodig is om dat mogelijk te maken: zorg- en onderwijsbudget samen inzetten om alle kinderen leer- en ontwikkelrecht te bieden. In Nederland ontstaan steeds meer goede voorbeelden en de erkenning daarvan is stap één. Nu moeten we ervoor zorgen dat we die goede initiatieven borgen en dat we het echt goed regelen met elkaar.

Wetten en systemen moeten worden aangepast, zodat andere ouders niet zo hard als wij hoeven te knokken om zorg en onderwijs voor hun kind mogelijk te maken. Als je ziet wat je bereikt als je die systemen samenvoegt. De kinderen ontwikkelen zich sneller en trekken zich op aan kinderen zonder beperking die op hun beurt van jongs af aan leren wat leven met een beperking betekent. En dat het niet ‘raar’ is, alleen anders.
 
Gewoon doen
We kunnen zoveel. Als we het maar willen. Wat wij in de KanZ-klas doen, gaat volgens de regels van de wet en is goedgekeurd door de fiscus. Het is alleen een hoop geregel en een flinke zoektocht geweest en juist dat maakt dat veel ouders begrijpelijkerwijs niet weten bij wie ze moeten zijn of waar ze moeten beginnen. Dat systeem moet anders, want uiteindelijk profiteren kinderen daar nu niet van. Sterker nog: ze zijn er in sommige gevallen de dupe van. Dat kan toch niet waar zijn? Dus ik blijf laten zien dat het wél kan. Gewoon, door het te doen.”
 
Over het passend onderwijscafé
Binnen samenwerkingsverband PPO-NK zetten we ons in voor inclusief onderwijs. Onderwijs voor alle kinderen, passend bij de kwaliteiten en mogelijkheden van die kinderen en zoveel mogelijk dicht bij huis. Want ieder kind telt en maakt deel uit van onze maatschappij. En onderwijs ís de maatschappij.